Beleggingsverzekeringen

In 2008 was er veel te doen over beleggingsverzekeringen. Een aantal factoren waarom ze veelvuldig in het nieuws kwamen zijn:
-         gebrek aan transparantie
-         hoge kosten (hetgeen de bijnaam woekerpolis opleverde)
-         dalende koersen

Transparantie en kosten.

Tot 2008 verstrekten de meeste verzekeraars tijdens de looptijd van een verzekering alleen een opgave van de waarde die de verzekering op dat moment had. Daarbij werd een prognose gegeven van de waarde zoals die op de einddatum zou kunnen zijn bij een zogenaamd historisch rendement.
Hoe de huidige waarde bereikt was en wat er met de inleg gebeurde werd niet vermeld.
Vanaf 2008 hanteren verzekeraars allemaal een gelijke opgave waarin ze jaarlijks ten minste het volgende opgeven:
-         waarde een jaar geleden
-         inleg
-         premie voor de overlijdensdekking
-         kosten
-         beleggingsresultaat

De kosten worden gesplitst in kosten voor de bemiddelaar en kosten voor de verzekeraar.
De kosten worden ook gesplitst in eenmalige kosten die verband houden met het afsluiten van een verzekering en doorlopende kosten.

Veel mensen zijn geschrokken van de hoogte van de kosten. Bemiddelaars overigens ook!

Onze visie

Verzekeraars maken veel kosten. Personeel, automatisering, huisvesting, fiscaal juristen, wijzigingen t.g.v. overheidsmaatregelen, etc. Het is dan ook niet logisch om te verwachten dat de kosten van een verzekering maar een paar procent van de inleg zouden kunnen zijn. Maar als de kosten aanzienlijk zijn, is het des te belangrijker om hierover vooraf goed geïnformeerd te worden. Tevens is het goed om te weten hoe de kosten worden berekend en wanneer ze bij u in rekening worden gebracht. Vaak vormen de eerste kosten verreweg de grootste kostenpost en worden die kosten verdeeld over de eerste 5 of 10 jaar van de looptijd. 

De kosten voor de bemiddelaar zijn een onderdeel van de totale kosten. Ook hier zijn de eerste kosten de hoogste. Waar betaalt u die kosten voor?

Tot 2009 werd er voornamelijk geadviseerd op provisiebasis. Nog niet zo lang geleden was elke andere vorm van beloning overigens wettelijk verboden, net als het genoegen nemen met een lagere provisie. De bemiddelaar beging hiermee een economisch delict!
Werken op provisiebasis heeft voor- en nadelen. Het grote voordeel voor de klant is dat er bij meerdere bemiddelaars informatie kan worden ingewonnen zonder dat overal betaald hoeft te worden. Alleen als er daadwerkelijk een product wordt afgenomen betaalt men de bemiddelaar. Dit betalen geschiedt door middel van een provisie, die is opgenomen in de eindprijs van het product, de premie voor de verzekering dus.

Een voorbeeld.

We zullen eens een pensioenvoorziening als uitgangspunt nemen. We onderzoeken de oudedagsvoorzieningen van een klant. De volgende scenario’s kunnen zich nu voordoen:

1. Uit analyse blijkt dat er geen pensioentekort is. Er wordt geen product afgesloten en de bemiddelaar verdient dus niets.
2. Uit de analyse blijkt dat verstandig is een aanvullende voorziening af te sluiten, maar om welke reden dan ook besluit de klant dit niet te doen. 
3. Uit de analyse blijkt dat verstandig is een aanvullende voorziening af te sluiten, maar de klant heeft advies ingewonnen bij 3 bemiddelaars en kiest voor een andere bemiddelaar.
4. Na analyse blijkt dat er een voorziening moet worden getroffen en de bemiddelaar sluit een product af en ontvangt provisie.
5. Vijf jaar nadat het product is afgesloten verandert de klant van baan en beëindigt daarom zijn eigen aanvullende voorziening. De bemiddelaar dient de helft van de 5 jaar eerder ontvangen afsluitprovisie weer terug te betalen.

In de hierboven genoemde gevallen 1 t/m 3 verdient de bemiddelaar in het geheel niets. Alleen scenario 4 is gunstig voor de bemiddelaar, waarbij zoals uit scenario 5 blijkt het nog maar de vraag is of de bemiddelaar de uitgekeerde provisie ook daadwerkelijk mag behouden.

We kunnen nog veel verder ingaan op provisies en waarom een verzekeraar veel meer provisie opgeeft dan een bemiddelaar ontvangt, maar dat voert hier te ver. Kern van dit verhaal is dat een provisiesysteem betekent dat een bemiddelaar veel werk doet zonder er een beloning voor te ontvangen en dat die beloning als er daadwerkelijk een product wordt afgesloten daardoor relatief hoog moet zijn.

Vanaf 2008 staat in een offerte van een levensverzekering (welke soort dan ook) een opgave van de kosten gedurende de gehele looptijd en ook wat de opbrengst is van een product bij tussentijds beëindigen. Hiermee is de gewenste duidelijkheid vooraf enorm verbeterd.

Aanbevelingen Ombudsman

In 2008 heeft de ombudsman financiële dienstverlening, de heer Wabeke, zich uitgesproken over de maximale kosten die een beleggingsverzekering zou mogen hebben. Het gaat hier om een percentage van de beleggingswaarde, dus niet van de inleg. En dan is 3,5% kostenmaximum best veel. Voor polissen met een geringe premie inleg ligt het kostenmaximum overigens hoger. Verzekeraars maken met de Stichtingen zoals Verliespolis en Woekerpolis afspraken over het kostenmaximum, die veelal liggen op een niveau onder de 3%. 

Op onze site (zie Sparen) staan een aantal spaarvormen voor kortere duur en voor langere duur beschreven. Conclusie is dat verzekeringen prima geschikt zijn om met zeer gering risico voor een langere duur een aanzienlijk rendement te behalen. Ook kunnen fiscale motieven een rol spelen om een verzekering af te sluiten. Voor kortere looptijden zijn verzekeringen veelal ongeschikt om vermogen te vergaren.

Invloed dalende koersen

Zoals in het stuk transparantie en kosten is aangegeven, is de waarde van een beleggingsverzekering afhankelijk van de rendementen die op de gekozen beleggingsvorm worden gemaakt. Veel verzekeringen beleggen in fondsen, hetzij aandelen, hetzij obligaties, hetzij vastgoed of een mix hiervan. Gelokt door hoge rendementen uit het verleden zijn veel mensen overgegaan tot beleggen in aandelen of ten minste deels in aandelen. Aandelen bieden een  kans op een hoog rendement. Maar kunnen ook aanzienlijke verliezen geven. De waarde van aandelen schommelen erg. 

Koersen die dalen zijn niet erg, zolang u maar niet de aandelen of obligaties verkoopt. Bij een verzekering betekent dit dat tegen het einde van de looptijd van de verzekering de koersen gunstig (=hoog) moeten staan. Zijn de koersen juist aan het einde van de verzekering gedaald, dan is het rendement van de verzekering vrijwel altijd ook tegenvallend. Dat is op zich geen specifiek kenmerk van een verzekering, maar hoort bij het risico van beleggen.

Nadeel van een lage poliswaarde gedurende de looptijd van de verzekering is dat de premie voor een eventueel meeverzekerd overlijdenskapitaal hoger kan uitvallen. Dit is ongunstig  voor de waarde opbouw van de verzekering.

Advies

Het stopzetten van een verzekering is uit kostentechnisch oogpunt vaak niet verstandig. Vooral omdat u de eerste kosten al betaald heeft of voor een (groot) deel betaald heeft. De kans dat uw verzekering opbrengt wat u in de offerte ooit is voorgespiegeld, is met name door de  tegenvallende beleggingsresultaten klein. Het is goed om na te gaan wat een tegenvallende opbrengst in uw specifieke situatie betekent. Uiteraard kunt u op onze steun rekenen als u hier vragen over heeft. Ondanks dat de kosten van verzekeringen hoger zijn dan we verwachtten, kan er wel degelijk een goed rendement mee behaald worden. Want die voorbeelden kennen we zeker ook. En bedenk, ook alle andere vormen van vermogen vergaren kennen kosten. Bij beleggingen zijn er vaak veel verborgen kosten, daar zijn beleggingsverzekeringen  helaas niet uniek in.

Zodra bekend is of en hoe uw verzekering gecompenseerd gaat worden is het verstandig om te overleggen wat de consequenties voor uw verzekering zijn.