Talentenbegeleiding steeds professioneler

Talenten dienen professioneel en deskundig begeleid te worden. In een kwetsbare periode van hun leven krijgt hij of zij met enorm veel invloeden te maken. Daarnaast verandert er veel, denk aan een hogere prestatiedruk en een andere leef- en trainingssituatie. Dat is niet niks.

Een talent bewandelt zijn lange weg naar de top daarom niet alleen. Behalve met zijn of haar clubcoach, kan het talent in aanraking komen met een bondscoach. Maar tegenwoordig hoeven ze vaak maar in hun vingers te knippen en hebben ze een fysiotherapeut, een masseur, een mental coach en een voedingsdeskundige tot hun beschikking. Ook is het fenomeen talentcoach in het leven geroepen.

Talentcoach

Talentcoach is een vak op zich. Hij of zij is een topper in het begeleiden van jonge sporters. Een talentcoach moet niet de ambitie hebben door te stromen naar de volwassenen. Deze professionele begeleiding op alle vlakken is cruciaal, zonder perfecte omgeving komt het talent namelijk niet tot perfecte prestaties. 

Ook in de muziekindustrie heb je voldoende B- en C-sterren die misschien wel even goed kunnen zingen dan de toppers, maar simpelweg geen ‘achterban’ hebben. Een goed management voor de artiest(en) is van levensbelang. Het zorgt voor de optredens, marketing, publiciteit en alles wat erbij hoort. Maar nu terug naar de sport.

Talenten onder de loep

Het is altijd een combinatie van factoren die bepaalt of je als sporter goed genoeg bent om een topper te worden. Talent alleen is niet genoeg. Goed en veel eten kan net zo belangrijk zijn als extravert gedrag of emotioneel evenwicht. Maar vooral in het koppie moet het goed zitten. Wetenschappers spelen ook een steeds grotere rol in het opspeuren en beoordelen van talent. Zij doen systematisch onderzoek en kijken niet alleen naar een bepaald tijdstip. De carrièreontwikkeling van de sporters wordt onderzocht door te meten op sportmedisch, fysiologisch en psychologisch gebied.

Peter den Hoedt is een van de vier talentcoaches in het judo.

Peter den Hoedt is een van de vier talentcoaches in het judo.

Naast de fysieke trainingen, is het mentale aspect belangrijk. Hoe reageert iemand op tegenslagen? Heeft hij/zij doorzettingsvermogen? Trainers horen ook oog horen te hebben voor de hormonale (menstruatie) en fysieke (groeispurt) ontwikkelingen van talenten. Daarnaast moet je kunnen omspringen met vroegrijpers en laatrijpers. De omgang van de coach met de sporters staat centraal; de coach moet ze beter begrijpen en effectiever communiceren. Als je dát in de vingers hebt, ben je een topper.

En juist deze talentcoaches zoekt NOC*NSF voor het arsenaal aan jonge sporters die allemaal dát doel hebben: Olympisch goud. Lang is dit specialisme achtergebleven, omdat goede coaches vaak doorstromen naar de seniorenselecties of om een andere, maatschappelijke reden afhaken. Voor het vak talentcoach bestaat sinds kort een topcoachopleiding, waar per fulltime coach ongeveer 50.000 euro beschikbaar is. Peter Murphy, tot 1 juli 2009 prestatiemanager bij de Nederlandse sportkoepel, begeleidt en ‘onderwijst’ topcoaches.

Minstens 100 talentcoaches

In de nationale opleidingsprogramma’s is het van cruciaal belang om gespecialiseerde talentcoaches aan te stellen. De vorige technisch directeur van NOC*NSF Charles van Commenée is blij dat Nederland uiteindelijk denkt aan de opvang van talent. In 2006 schetste hij gekscherend het beeld dat ons land opvang had voor alleenstaande moeders, drugsverslaafden en zwerfkatten, maar dat voor topsporttalenten niets bestond. In de Volkskrant vertelt hij: “De lange termijn is in dit soort projecten van groot belang. In Nederland gaat de geldkraan, als het even niet goed gaat, snel over op druppelen. Dat is niet de juiste manier. Denk aan acht jaar voor dit soort projecten.”

Zoals in het Masterplan Talentontwikkeling beschreven, zijn in 2007 de eerste tien talentcoaches aan de slag gegaan. Inmiddels is dat aantal in diverse sportbonden al verdubbeld. Het is de bedoeling dat er minstens honderd talentcoaches aangesteld moeten worden om alle toppers in spé snel beter te maken en misschien wel klaar te stomen voor de Spelen van 2012 in Londen.

Behoefte aan leadership coaches

Murphy, zelf in het verleden succesvol volleybalcoach, vindt dat de moderne coach veel beter in staat is zich in de persoon van de sporter in te leven. “Vroeger wilde een coach zichzelf klonen. Be like me, dat was de gedachte. Niet echt handig.” Voor het vak coach is steeds meer aandacht. Een topcoach kan volgens de prestatiemanager binden en inspireren, kan de sporter en zichzelf ook op psychologisch vlak beter maken en is in staat een groot begeleidingsteam te kunnen managen.

Onder leiding van Marc Lammers grepen de hockeydames goud. Lammers is een voorbeeld van een leadership coach.

Onder leiding van Marc Lammers grepen de hockeydames goud. Lammers is een voorbeeld van een leadership coach.

Het gaat niet alleen om coachen, het gaat om zijn of haar hele persoonlijkheid. “Daar is behoefte aan, want het topsportklimaat is in alle opzichten verbeterd: topsporters oefenen hun sport uit als een vak, we hebben fulltime trainingsprogramma’s, er zijn professionele begeleidingsteams en de bonden willen vooruit.” Murphy verwacht dat steeds meer van deze leadership coaches, zoals Marc Lammers, zullen opstaan. 

Sport bovenaan in agenda

Ook het onderwijs denkt mee aan de ontwikkeling van de toekomstige Olympiërs. Speciale constructies zijn gebouwd op scholen voor voortgezet onderwijs om het talent professioneel met hun vak bezig te laten zijn, zonder dat het onderwijs daaronder moet leiden. Sport komt in deze aanpak op de eerste plaats. Bij de indeling van de dag zijn examens en lesroosters niet leidend, dat is sport.

Gezonde geest in ongezond lichaam

Echter, de basis is volgens Joop Alberda verkeerd. Hij is voorstander van een verbetering van de lichamelijke opvoeding in het onderwijs. “Kinderen krijgen te weinig en/of slechte lichamelijke oefening. Wij creëren een gezonde geest in een ongezond lijf.” Aangezien veel kinderen na school ook nog eens veel bezig zijn met computerspelletjes, komen zij op jonge leeftijd al niet aan de norm om voldoende te bewegen.

Kopstukken over coaching talent

Ton BootTon Boot, basketballcoach:

“Zelfkritiek is de basis om te groeien. Een goede coach moet in staat zijn het zelfkritisch vermogen van spelers te verhogen. Je zou de jeugd daarmee al moeten opvoeden. Ze leren verantwoordelijkheid te nemen, kritisch te zijn naar henzelf en dan pas naar anderen, daarmee creëer je betere spelers.” (De Pers)

Marije Elferink-Gemser, bewegingswetenschapster:

“Talenten die voornamelijk de autonomie van hun talenten heel erg benadrukken, zijn de succesvolle talenttrainers. Dus de trainer geeft veel verantwoordelijkheid aan de speler zelf. De speler moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces. Dan heb je meer kans de top te halen. Niet iemand die bijvoorbeeld klakkeloos alle trainingen doet. Je moet het zelf goed op orde hebben. Ook is het handig dat je ouders je steunen en dat je sport een goede competitiestructuur heeft.”

 Joop Alberda, sportbestuurder, in 2004:

“De huidige generatie sporters heeft niet meer geleerd langs de kakkerlakken op te klauteren, het is verweven in onze maatschappij: mensen krijgen wat ze hebben vele malen gemakkelijker dan pakweg dertig jaar geleden.” (interview Job van de Aker)

Een Reactie op “Talentenbegeleiding steeds professioneler

  1. Wim van der Mark

    Eindelijk dringen leertheoretische (sociaal constructivisme) en pedagogische (self determination theorie van Deci en Ryan) inzichten door in de sport. We staan aan de vooravond van een ware revolutie in sportdidactiek. Hoera!!

Plaats een reactie