de Goede naam facebook

Olie

De familie Olie kwam begin 18e eeuw vanuit de Zaanstreek naar Amsterdam en vestigde zich aan de Zandhoek. Ze waren houtvlotters en handelde in hout.

 

Thomas Olie (1899-1959) met zijn gezin op vakantie in Epe, ca 1940

 


grafisch

Genealogie van Symon Olie (ca 1635)

 

1-1-2015
   

Bijzondere personen


Sijmen Jacobs Olie (1685-1744)

Sijmen Jacobs Olie werd in 1685 geboren in de Zaanstreek in het dorp de Haal. Met zijn vrouw Geurtje Pieters kreeg hij tien kinderen, waarvan er minstens vier al jong waren gestorven. Hij kwam rond 1732 naar Amsterdam en ging wonen aan de Zandhoek. Blijkbaar was Geurtje Pieters toen al overleden, want hij trouwde in 1732 in Amsterdam met Trijntje Barends.

Sijmen was houtvlotter van beroep en bij de Zandhoek was voldoende ruimte om het hout in het water te laten uitlogen. Het lag toen direct aan het IJ. De houthandel was in die tijd een grote industrie, waar Sijmen en later zijn kinderen en kleinkinderen blijkbaar goed aan verdienden. Het hout kwam uit Scandinavië per schip of uit Duitsland met grote houtvlotten. In het binnenland werd het hout vervoerd in kleinere houtvlotten. Aan de huwelijken in de familie, kan je zien dat er contacten met Zweden en Noord Duitsland waren.

De familie heeft generaties lang, tot ca 1870,  in verschillende huizen aan de Zandhoek gewoond.

houtvlottersbroek houtvlottersbroek
uit de familie Olie
(Openluchtmuseum)

Jacob Olie

Jacob Olie (1834-1905)

Jacob Olie geniet bekendheid als gedreven fotopionier en portretfotograaf, maar vooral is hij beroemd geworden als de man die het beeld van 19de eeuws Amsterdam heeft vastgelegd op de gevoelige plaat. En dat terwijl de fotografie niet meer dan een liefhebberij was. Zijn dagelijks brood verdiende deze amateurfotograaf met andere werkzaamheden: eerst als timmerman en bouwkundige, later als tekenleraar en directeur van de eerste ambachtsschool van Nederland. In het stadsarchief van Amsterdam zijn veel foto's van hem te zien.


WikipdiaStadsarchief Amsterdam

 



Jacob is in 1905 begraven op de begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Zijn graf is al jaren geleden geruimd, maar de grafsteen is in 2008 teruggevonden. Op die grafsteen is te zien dat in het zelfde graf ook zijn zuster Stijntje (Christina) (1829-1910) was begraven. Ook Jan August Reeders (1856-1916) lag in het zelfde graf. Hij was de vader van Tiene (Christina Sophia) Reeders die met zijn zoon Jacob was getrouwd. De grafsteen is gerestaureerd en heeft een nieuwe plek op de begraafplaats gekregen.

 

 

grafsteen Jacob Olie

Jacob Olie jr.

Jacob Olie jr. (1879-1955)

De oudste zoon van Jacob Olie deed ook aan fotografie. Als scheikundige experimenteerde hij met autochromen. Hij maakte veel kleurenfoto's van zijn gezin in een tijd dat kleur nog zeker niet algemeen gebruikt werd.

Op de site van het Rijksmuseum zijn een aantal van deze foto's te zien.

Rijksmuseum

Naar Groenland

Maarten Mooij (1739-1817)

De moeder van de fotograaf Jacob Olie, Aagje Elmers Blank Mooij (1798-1875), werd geboren aan boord van de "Frankendaal" dat zijn naam ontleende aan de bekende buitenplaats "Frankendaal" in de Watergraafsmeer. De commandeur van dit schip was haar grootvader Maarten Mooij. Van een van zijn reizen is een verslag beschreven in het boek "Naar Groenland met de Frankendaal", door Henriëtte Mooy.

Behelzende zijne uitreize van Amsterdam den 22sten april 1786, zijne bezetting in het ijs, zijne rampspoeden in zee en behouden aankomst voor Amsterdam op 28 februari 1787.

Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen heeft een schilderij van Jan Mooy (1776-1847), een zoon van Maarten. Het onderschrift is:

De Walvisch-vangst welke in de 17de en 18de Eeuw eene voorname bron uitmaakte van Hollands welvaren

Op het schilderij is te zien hoe de Frankendaal, samen met de schepen De Jager, Groenlandia en Zaandam, op walvissen jaagt.

de Frankendaalde Frankendaal
(Zuiderzeemuseum)

Tom Olie

Tom Olie (1923-1943)

Tom moest in de tweede wereldoorlog vanwege de "Arbeidseinsatz" naar Duitsland en werd daar ziek. Vanwege de bombardementen werd hij telkens vanuit het ziekenhuis naar de schuilkelder vervoerd. Naast de roodvonk kreeg hij ook een longontsteking en dat werd hem fataal. Op twintig jarige leeftijd overleed hij in Stuttgart. Zijn zus Nel vertelt zestig jaar later haar verhaal over hem.

Oorlogsgraven Stichting